Fietsen en wandelen met een hond

Fietsen en wandelen met een hond

Met een goed opgevoede hond kun je prima fietsen. Een kleine hond kan achterop, een grote hond kan mee in de fietskar. In het begin is het even zwaar, maar onderweg groeit je conditie hard genoeg om het extra gewicht vooruit te trappen. Inmiddels gaat Amma tien jaar mee op reis, waarvan zes jaar op de fiets. Ze springt er zelf op en af en loopt ernaast als de weg te steil of slecht begaanbaar is: op bergwegen langs de afgrond, in donkere tunnels, op drukke snelwegen of langs de schaapskudde. De magie erachter: begin zo jong mogelijk, bouw het rustig op en doe alsof het de normaalste zaak van de wereld is.

Conditie en rust

Amma naast de fiets in Albanië

Pas als een hond één jaar oud is, mag die langer lopen dan een uur. Daarna bouw je het rustig op. De eerste keer zijn Amma en ik één nachtje weggeweest en hebben maar 12 kilometer gewandeld. Amma was daarna helemaal gesloopt. De tweede keer gingen we twee dagen wandelen. De eerste lange tocht door de Ardennen deden we pas toen ze 3 jaar was.

Een dag wandelen is fysiek zwaar. Maar op de fiets zitten is fysiek niet inspannend voor een hond, maar mentaal wel door alle indrukken. Laat hem niet de hele dag op de fiets zitten als je lange dagen maakt, maar laat het beest er af en toe even naast lopen. Als de weg te steil is, loopt Amma naast de fiets. Dan voelt ze zichzelf heel belangrijk en ze krijgt even beweging.

Een vermoeide hond is vaak een vervelende hond die niet luistert. Houd het leuk en laat hem daarom goed uitrusten. Om het de volgende dag gezellig te houden zet ik bij aankomst meteen de tent op en zet de hond erin. In het café of in het restaurant gooi ik na een dag fietsen mijn jas over Amma heen, dan kan ze slapen. Je hond past zich de hele tijd aan aan jouw dwaze hobby. Soms moet die ook z’n emotionele batterij even opladen. Laat hem daarom tussendoor ook iets doen wat hij leuk vindt: even zwemmen bijvoorbeeld. Amma en ik doen iedere fietsvakantie één lange bergwandeling. Dat is haar dag, waarop ze helemaal losgaat.

Bagage en uitrusting hond

Na één jaar wandelen kreeg Amma een rugzak mee. Die mag niet zwaarder zijn dan een vijfde van het lichaamsgewicht van de hond, in Amma’s geval 2 kilo. Ik maak hem nooit zwaarder dan anderhalf. De hond moet eerst wennen aan het ding. Laat hem daarom eerst een week thuis met een lege rugzak lopen en bouw het gewicht op.

De inhoud van de rugzak: voer, snoepjes, kauwbotten, lichtgevende halsband, shampoo, tandpasta+tandenborstel, knuffel, trui of jas, regenjas, poepzakjes, vaseline, verband, vlooienkam, oogzalf, thermometer en slot+ketting om te voorkomen dat de hond voor de supermarkt gestolen wordt. De borstel, fleecedeken, voerbakje en handdoek delen we. Verder heeft Amma altijd een halsdoek om. Die maak ik nat als het warm is. Ik gebruik hem om haar poten mee af te drogen als ze de tent in gaat. Omdat ik geen vieze of kletsnatte hond in die tent wil, trek ik haar een regenjas aan als het regent. Als je hond graag in dode dieren of mest rolt, is zo’n jas een must. Op de camping trek je de vieze jas uit. Je hond ruikt dan meteen een stuk frisser.

Als je onderweg geen zin hebt in contact met mensen, neem dan geen hond met rugzak mee. Die trekt namelijk veel belangstelling. Soms word je aangeklaagd voor dierenmishandeling, maar de meeste mensen vinden het geweldig. Ze vragen wat er in de tas zit of willen met de hond op de foto. Op sommige dagen zijn we hierdoor wel een uur langer op pad.

Voeding

Amma krijgt altijd geperste brokken. Daarvan hoef je minder mee te nemen. Dat scheelt gewicht. Helaas verkopen ze die onderweg bijna nooit. In de Balkan werd het aanbod van hondenvoer steeds schaarser . In Bosnië en Albanië zaten we soms zelfs helemaal zonder hondenvoer. Koop in dat geval vers, ongekruid vlees. Bij gebrek aan hondenbrokken heb ik Amma in Bosnië ćevapčići (worstjes) gegeven. Daarvan kreeg ze zo’n dors dat ik twee keer middenin de nacht het bed uit moest om haar te laten plassen. Koop ook geen blikvoer, want dat is veel te zwaar. Bovendien krijgen honden van veel blikvoer rotte gassen. Die wil je echt niet in je tent.

Hond in de tent

Amma is gek op de tent. Maak je hond duidelijk dat jij daar de baas bent. Ze mag er pas in als ik het zeg: als de slaapzak erin ligt, en als ik haar poten heb schoongemaakt.

Omdat Amma niet zo groot is, kan ze onderin de slaapzak. Neem dan een slaapzak die minimaal 20 centimeter langer is dan jijzelf, en een met een aparte rits aan de onderkant. Die kun je tot aan de kop van je hond naar beneden dichttrekken. Als je hond snel bang is, laat dan de deur van de tent open. Amma heeft hem in Kroatië kapotgebeten toen ik bij onweer in het toiletgebouw stond.


Hond naast en op de fiets

Zorg dat je hond comfortabel op de fiets zit, want die zit daar een lange tijd. Ga een dagje proeffietsen met de mand of kar waarin je hond zit en kijk hoe die het vindt. Als Amma er niet meer uit wil, is het mandje goedgekeurd. Laat een oudere hond zacht zitten. Ik leg een opblaasbaar kussen in het kratje, met daaroverheen een zitlap. Je kunt ook bij de bouwmarkt een tuinknielkussen van schuim kopen. Tegen de hitte en regen heb ik een overkapping gebouwd.

Je hond moet ook veilig zitten. Amma zit op de bagagedrager. Daar kunnen valse honden niet makkelijk bij. Als de fiets valt, moet je hond eruit kunnen springen. Maak die daarom niet met een korte lijn vast aan de fiets.

Deze mand is goedgekeurd

Pas als een hond 1 jaar oud is, mag die naast de fiets rennen. Laat hem in dat eerste jaar veel aan de fiets wennen. Amma was acht weken oud toen ze voor het eerst voorin het fietskrat zat. Het eerste jaar liep ik vaak zelf met haar naast de fiets. Je kunt verschillende hulpstukken aan je fiets vastmaken, zodat je hond de fiets niet omtrekt als die ernaast loopt. Als je hond goed luistert, zijn die niet nodig. Amma loopt aan een elastische canicross lijn. Als ze dan trekt, brengt ze de fiets niet uit evenwicht. Maak die lijn nooit aan het stuur vast, maar aan het zadel of aan de bagagedrager. Dan blijft de fiets beter in balans. Als de fiets valt, kan je hond nog achter de fiets gaan staan. Zo valt die niet op je hond. Maak het andere uiteinde van de lijn niet vast aan de halsband. Die zou je hond kunnen wurgen als de fiets valt. Trek je hond een tuig aan en maak de lijn daaraan vast. Amma heeft geleerd ook aangelijnd in en uit de rijdende fiets te springen, maar daar begint ze nu te oud voor te worden. Laat een hond niet te lang naast de fiets lopen in de hitte. Vooral oudere honden trekken dat niet. 

 

Ongewenste belangstelling – mensen, wild en opdringerige honden

Als fietser krijg je veel belangstelling van mensen, andere honden en loslopende dieren. Soms is die belangstelling leuk, soms niet. Voor veel fietsers zijn honden een bron van ergernis of gevaar. Wie met een hond fietst, krijgt nog meer belangstelling van opdringerige, blaffende of valse honden. Wees een leider en bescherm je hond, dan loopt die bij gevaar niet weg. Dat doe je niet met agressie, wel met rust en duidelijkheid. Sowieso is voorkomen beter dan genezen: zodra ik een hond op de fiets af zie komen, begin ik vriendelijk tegen hem te praten. Vaak loopt die even mee totdat hij zeker weet dat je zijn terrein verlaat.

Vervelende honden

Er zijn twee soorten vervelende honden: zwerfhonden en boerderijhonden. Zwerfhonden zoeken eten. Berg hondenvoer en je salami luchtdicht op als je geen troep zwerfhonden achter je fiets aan wilt die naar je tassen happen. Gelukkig zijn die zwerfhonden banger voor jou dan jij voor hen. Bij een beetje stemverheffing duiken ze al de berm in. Bij schaapshonden en boerderijhonden werkt geschreeuw juist als een rode lap op een stier. Als zo’n hond op je af komt, blijf dan staan en breng je hartslag omlaag, want die kunnen ze horen. Ga tussen je eigen hond en de andere hond in staan, draai je rustig naar de hond en zeg hem dat die moet opzouten. Voor noodgevallen hang ik aan de bagagedrager een stok die ik makkelijk kan pakken. Een fietspomp werkt ook. Ik heb hem nog nooit hoeven gebruiken, hem pakken en rustig voor je houden is genoeg.

Opdringerig wannabe vakantievriendje

Als een hond of ander wild op je hond afstormt, kun je een kleinere hond oppakken. Dat moet je snel doen. Daarom laat ik Amma aan een tuig lopen. Zo kan ik haar in vijf seconden met één hand optillen en in de fietsmand of op mijn rug zetten . De belager krijgt de rustige mededeling dat hij moet wegwezen. Die belager kan ook een stier of een schaap met lammetjes zijn.

Mensen

De gevaarlijkste dieren zijn mensen, die je hond dingen voeren waar die ziek van wordt of dood van gaat. Ik heb de kippenbotten, chocola en satéprikkers meerdere malen uit de handen van deze dierenvrienden getrokken. Wees alert op ieder terras. Leer in ieder vreemd land waar je komt, het zinnetje uit je hoofd: ‘Voer de hond niet!’  Kweek eelt op je ziel tegen de afkeurende blikken van deze mensen, die je een genadeloze bruut vinden. Doe je dat niet, bereid je dan voor op een bezoek aan de dierenarts of het hondenkerkhof.

Niet iedereen houdt van jouw hond . In lang niet alle culturen zijn honden geaccepteerd als huisdier. In sommige landen zijn mensen bang voor honden en meestal is het daar normaal ze een schop uit te delen als ze overlast geven. Houd je hond bij je. Zo voorkom je dat die geschopt, geslagen of zelfs doodgeschoten wordt. Maar… ieder nadeel heeft z’n voordeel: in zulke landen laat ik de fiets met een gerust hart voor de supermarkt staan. Met dat vreselijk bloeddorstige, ranzige monster achterop  zullen dieven de fietstassen er niet snel vanaf halen.

Amma bij de dierenarts na een bot op het terras