Interview in De Wereldfietser
Tekst: Herman Koppelman
Redactie: Bert Platzer
Eus van der Grift fietst al jaren in de zomervakanties door Europa, in gezelschap van zijn hond Amma. Zijn reizen zijn niet los te zien van een andere reis die hij tegelijkertijd maakt: de transitie van vrouw naar man. Inmiddels heeft Eus een ‘m’ in zijn paspoort staan.
Sinds Eus (50) en zijn hond Amma (11) in 2013 begonnen te wandelen in het noordoosten van Groningen, trekken ze ieder jaar verder waar ze het jaar daarvoor zijn opgehouden. Vorig jaar begonnen ze aan een langere (fiets)tocht, richting Centraal-Azië. Ik spreek Eus via een beeldverbinding als hij overwintert in Tbilisi.
Wat heeft je ertoe gebracht om op pad te gaan?
“De wereld verkennen is al heel lang mijn droom. Toen ik 8 of 9 was, las ik Alleen op de wereld. Iedereen vond Remi altijd heel zielig, maar ik vond dat hij een wereldleven had: hij reisde op zijn negende heel Frankrijk door, hoefde niet naar school, mocht de hele dag muziek maken met zijn beste vriend en had een supertoffe hond. En hij was ook nog eens een keer een jongen. Allemaal dingen die ik ook wel wilde. Ik dacht: ik wil Remi’s leven.
Later, toen ik 14 was, vond ik de lessen aardrijkskunde verschrikkelijk. Mijn gedachten dwaalden af en ik zag Centraal-Azië op de kaart. Ik dacht: daar weet ik niets van af, daar wil ik wel heen.
“Overigens, toen ik mijn reis begon in 2013, als wandelaar, had ik nog geen idee waar die mij zou brengen.”
Je bent begonnen als wandelaar?
“Ik ben van oorsprong een wandelaar. Fietsen deed ik niet voor mijn lol, dat was voor mij een manier om van A naar B te gaan. Er kan ook van alles stukgaan aan zo’n fiets. En met wandelen ben je veel meer in de natuur. Je kunt stilstaan zonder dat het al te veel energie kost weer op te starten. Je hebt je handen meer vrij en je kunt gemakkelijk een camera pakken.
“Ik ben begonnen met het Noaberpad, vanaf Bad Nieuweschans. Via lange-afstandswandelroutes en Grandes Randonnées ben ik naar Luxemburg gewandeld. Aanvankelijk wandelde ik elk jaar drie tot vier dagen, later drie tot vier weken. Maar in Luxemburg kreeg ik een hardnekkige blessure. De fysiotherapeut zei: je moet gaan fietsen. Ik heb toen een bakfiets gekocht. Dat was een andere oude droom, om daarmee rond te trekken. Het jaar daarop is die bakfiets door Soetens Fietsvervoer naar Luxemburg gebracht en ben ik via Zwitserland naar Verona gefietst. Ik dacht toen nog wel: als de blessure over is, ga ik weer wandelen.”
Je bent de Alpen overgestoken met een bakfiets?
“Ik heb bijna het hele stuk naar Verona gefietst. Als het te steil was, stapte ik af en moest de hond lopen. Remmen was wel een dingetje. In Bern knarsten en piepten de remmen nogal. Een Zwitserse fietsenmaker is toen heel boos op me geworden, alsof ik de Alpen niet voldoende respecteerde door die met rollerbrakes over te steken. Ik wist niets van fietsen af en wist ook niet dat dat heel dom was. Als zulke remmen te warm worden, blokkeren ze.
“Alleen de Simplonpas heb ik met de trein gedaan. De bakfiets ging ook mee, bij de Zwitserse spoorwegen deden ze daar niet moeilijk over. Zolang de treinen maar op tijd rijden.
Ben je na je avontuur met de bakfiets weer gaan wandelen?
“Ik ben er eerst een jaar tussenuit geweest, in China, bij de grens met Pakistan, waar ik gewandeld heb. Toen miste ik mijn hond heel erg, maar ook het fietsen. Als je fietst, heb je veel meer contact met mensen, je krijgt van de cultuur ook meer mee dan bij wandelen.
‘Iedereen vond Remi altijd heel zielig, maar ik vond dat hij een wereldleven had’
Fietsen heeft net iets meer dynamiek. Ik wandel nog wel, maar mijn tocht naar het oosten heb ik verder met de fiets gedaan. Ik reis trouwens vanaf Bosnië met een trekkingfiets, niet meer met de bakfiets.”
Hoe ziet jouw doorsnee-fietsdag eruit?
“Vlak voordat het licht wordt, gaat de wekker. Dan ga ik mediteren, douchen of me wassen, ontbijten en de tent afbreken. Niet gehaast, ik vind het heerlijk ’s morgens te genieten. Rond half tien zit ik op de fiets. Bij warm weer hou ik ’s middags een siësta in een olijfgaard of zo. In de winter blijf ik overdag zoveel mogelijk doorfietsen tot het donker wordt.
“Wat de routes betreft ben ik heel gestructureerd. Tot Italië en door Griekenland ben ik via een route van Benjaminse gefietst, van Slovenië naar Albanië over de Balkan Kustroute die Erik van den nogBoom me heeft gestuurd, naar Istanboel via de Sultans Trailen door Turkije via de Sufi Trail. Vooraf deel ik routes op in etappes, van zestig kilometer bij zwaar terrein tot boven de honderd kilometer als het vlak is.”
Kun je een hoogtepunt noemen?
“Dat ik Verona bereikte met de bakfiets in mijn eerste fietsvakantie. Het begin was zwaar. Na nog geen vijf kilometer fietsen kwam ik zelfs een piepklein heuveltje niet op. Het ging voor geen meter met dat zware rotding. En de hond wilde niet luisteren.
Is fietsen altijd leuk?
Fietsen deed ik niet voor mijn lol
“Het fietsen zelf is niet het probleem. Maar de omstandigheden, de randvoorwaarden kunnen onaangenaam zijn. Zo kwam ik een paar jaar geleden in het geboortestadje van Mladić, in Bosnië en Herzegovina. De inwoners waren verschrikkelijk onvriendelijk. Het was een paar maanden nadat Mladić veroordeeld was in Den Haag door het Joegoslaviëtribunaal. Ik vermoed dat ze mij zagen als een vertegenwoordiger van West-Europa, dat naar hun gevoel verantwoordelijk was voor die veroordeling en Servië overal de schuld van geeft. Ik werd ziek en moest nog een extra dag blijven, het was verschrikkelijk. Ik was die dag ook nog jarig.”
Je gendertransitie vond in dezelfde tijd plaats als je fietsreis, is dat toeval of heet het een met het ander te maken?
“Toen ik het Noaberpad wandelde, kwam ik er op een camping achter dat ik me prettiger voel in een mannelijk lichaam. Dat was het begin van een transitieproces. Aan de biologische kant van het proces hoef je niet zoveel te doen. Je krijgt hormonen, je kunt je laten opereren en de rest regelt zichzelf wel. Maar het mentale, emotionele verhaal moet je helemaal zelf vormgeven. Dat is een lang zoekproces, waarbij de fietstochten een belangrijke rol hebben gespeeld. Op de fiets heb je de tijd en kun je heel veel nadenken. Essentieel was dat ik die tochten in mijn eentje heb gedaan. Ik kon mezelf uiten, mezelf ontdekken en dingen doen die belangrijk waren voor mijn transitie, zonder dat ik me geremd hoefde te voelen en zonder dat iemand mij een kant op duwde.
‘Ik heb geen vaste plek in het spectrum van vrouw naar man. Ik zwerf.’
“Sommigen weten na een tijdje heel precies: ik ben een man of ik ben een vrouw of ik heb een vaste plek daartussenin. Van mij hoef je dat niet zo precies vast te leggen. Bij mij is het ook niet stationair. Het kan verschuiven naarmate de tijd verstrijkt. Ik noem mezelf een gendernomade. Ik heb geen vaste plek in het spectrum van vrouw naar man, ik zwerf.
“In de afgelopen maanden ben ik lang alleen geweest. Dagenlang heb ik met niemand gecommuniceerd. Dat heeft me goed gedaan. Je doet wat je doet, je kunt zijn wie je bent, je bent niemand verantwoording schuldig. Maar dat neemt niet weg dat ik ook wel behoefte heb aan gezelligheid onderweg. Daarom heb ik Amma meegenomen. Zo’n hond maakt het niets uit, die bemoeit zich niet met je transitie.”
“Ik heb mij wel zorgen gemaakt of ze het geestelijk zou trekken. Een hond is een wezen dat indrukken niet kan filteren, alles komt binnen. Mentaal is het voor Amma heel zwaar. Om me voor te bereiden, heb ik een cursus bergwandelen met de hond gedaan. Ik heb daar veel van geleerd dat ook van toepassing is op fietsen, bijvoorbeeld aan welke lijn je een hond moet houden. Maar het blijft ook een kwestie van door schade en schande wijs worden. In het eerste jaar is ze in Italië afgehaakt. Ze had er genoeg van en is op een bospad blijven staan, waardoor ik haar even kwijt was. In het tweede jaar weigerde ze na vier weken te eten. Sinds die tijd maken we zo af en toe een mooie wandeling, waarop ze helemaal los gaat. Dit jaar gaat het goed. Toen we twee maanden onderweg waren, stond ze ineens theater te maken bij de fiets, zo van: gaan we nog? We waren een keer aan het lunchen toen ze alweer op de fiets was gesprongen. Dit is nu haar leven.”
Wat vindt Amma zelf van de tocht?
Hoe reist Amma mee?
“In de bakfiets zat ze voorin, dat is altijd haar favoriete plek geweest. Op mijn huidige fiets zit ze in een mandje achterop, of misschien is een beter woord: een koetsje. Na een zoektocht van jaren heb ik het gevonden: de basis is een winkelmandje van Praxis. Dat heb ik met tiewraps vastgemaakt op de bagagedrager. Van pvc-buizen heb ik een frame voor een overkapping gemaakt en daar een regenponcho overheen gedaan. Daar wou Amma niet meer uit.”
Hoe gaat jouw tocht verder?
“Weet ik nog niet precies, het hangt ervan af welke grenzen open zijn en welke landen veilig genoeg. Mijn eerste plan is naar Azerbeidzjan te fietsen, daar de boot naar Kazachstan te nemen en van daar verder te trekken. Plan B is via Iran naar Pakistan en India te gaan. Mocht dat allemaal niet lukken, dan fiets ik terug naar Turkije en van daar via een andere weg naar Nederland.”
Eus fietst bij verschijning van dit artikel terug naar Nederland, waar hij op tijd hoopt te arriveren voor
de presentatie van zijn boek Tour de trans, dat half juni verschijnt bij uitgeverij GrowingStories. Tot die tijd kun je meer lezen over de reizen van Eus en Amma op www.nomadeus.nl.ver