Nederland in zicht

Linz – Losheim am See

Uitlopers van de Alpen

Op 14 mei namen we in Linz afscheid van Karl. Die ging met zijn zoon kamperen in zijn zelfgemaakte fietscaravan. Toen we Linz net uit waren, zag ik iets verderop een auto rijden met een playmobil-geel nummerbord. Ik moest diep in mijn geheugen graven voordat ik eindelijk doorhad wat voor nummerbord het was: het Nederlandse. De laatste die ik daarvoor gezien had, was op een stoffige weg op de vlakte in Turkije, een half jaar geleden.

Ik voelde het al snel: vanaf Belgrado had ik maar één dagje in de bergen gefietst. Nu reden we in de uitlopers van de Alpen, en dat was weer even heel erg wennen voor de benen. Pas toen het donker was, kwam ik na een flinke verdwaalpartij uit bij een camping waar een groepje Duitsers me op een bord pasta trakteerden. De volgende dag reden we naar een dorp vlak voor Salzburg, waar ik had afgesproken met Anne-Marie. We kenden elkaar van dertig jaar geleden, toen we nog tienerkampen begeleidden. Anne-Marie woont nu in Oostenrijk en kwam even langs. Het was heerlijk voor het eerst na negen maanden iemand te zien die ik langer kende dan een jaar, en samen praatten we elkaar even bij over alle dingen die de afgelopen twintig jaar gebeurd waren.

Amma voor het eerst in het water sinds ze blind is

Na een dag was de ergste spierpijn van het fietsen in de bergen weggetrokken, en we reden naar Salzburg. We stapten even af bij het geboortehuis van Mozart, waar niet het huis van Amadeus maar Amma even de meest gefotografeerde attractie was.

Amma op de foto bij het huis van Mozart

Aan het eind van de dag besefte ik ineens weer dat ik in Duitsland was, en dat daar veel akelige campings zijn. We eindigden op een treurig veld met grint langs de snelweg. De volgende dag stonden we gelukkig op een alpenweide onderaan de skibaan, maar een chagrijnige schoonmaakster joeg me daar 4‘s ochtends het toiletgebouw uit en draaide de deur op slot. Een vriend stuurde een bericht met de opbeurende mededeling: ‘Duitsland dat ligt naast Nederland! Bijna thuis.’ Maar Duitsland is groot, en ik had nog 700 kilometer af te leggen. Als ik overal moest overnachten op dit soort plekken van treurigheid of chagrijnigheid, konden dat wel eens een heel lange 700 kilometer worden.

Kamperen met uitzicht op de Alpen

Maar de volgende dag eindigden we bovenop een berg met prachtig uitzicht tussen de bejaarden in campers, waarvan een me op een biertje trakteerde en me een tientje meegaf voor iets lekkers voor Amma. De dag ervoor had een Duitser bij wie ik om water had gevraagd, me er een biertje bij gegeven.Als je plannen hebt om te stoppen met drinken, ga dan niet naar Beieren.

De volgende dag reden we voorbij slot Neuschwanstein, waar de decadente koning Lodewijk woonde. Hij had de bijnaam ‘Gekke Loetje’, maar hij leek redelijk populair. In de brandende hitte was ik helaas niet meer helder genoeg om een foto van zijn paleis te maken. Bij een meer vlak achter de stad stapte ik af. Omdat er toch niemand in de buurt was, plonste ik samen met Amma poedelnaakt in het meer. Na negen maanden was de beschaving onderweg flink van me aafgesleten. Ik had nog 1 shirt zonder gaten. De meeste hing van reparatiegaren aan elkaar. Bijna alle spullen waren versleten, kapot, of gerepareerd. Als ik mijn hoofd ‘s morgens na een verfrissende douche in de tent stak, kwam daar een enorme walm uit van de slaapzak die al tien maanden lang niet gewassen was. Ducttape, tear aid en naald-en-draad waren mijn beste vrienden geworden, en als ik de berm in moest duiken voor een sanitaire stop, maakte ik me niet heel veel zorgen of iemand mijn hoofd boven het maaiveld uit zou zien steken. Ik had me een scheldwoordenschat eigengemaakt die gelukkig niemand nog kon verstaan, maar hoe zou dat zijn als ik weer in de buurt van Nederlanders kwam?

Non op de fiets in Schwangau

Aan het eind van de dag reden we vanuit Duitsland ineens weer Oostenrijk in om de tent op te zetten. Daar werden we die nacht bijna weggespoeld door een enorme onweersbui, die de onderkant van de tent blank zette.

Met natte spullen reden we verder naar het Westen. Omdat ik geen zin had in weer een treurig kampeerterrein met klotegras, fietste ik tien kilometer om en beklom een verschrikkelijk steile heuvel, alleen maar voor een mooie slaapplaats. Maar het was de moeite waard. We bereikten een schitterende plek met uitzicht over de Alpen in het zuiden. Terwijl ik de tent stond op te zetten, hoorde ik ineens een Nederlandse stem achter me: “Heb je misschien zin in een bord Rendang?” Ik kon mijn oren niet geloven. Het was het eerste Nederlands dat ik na bijna een week weer hoorde, en eenhalf uur later zat ik bij Peter en Saskia voor het eerste Indische bord eten sinds tien maanden. Nederland kwam dichterbij, en wat een geweldige manier om dat weer te beseffen.

Helemaal gesloopt en dan een bord Rendang

Aan de Bodensee hadden we een tweede reünie, met mijn schoolvriendin Franziska uit Bern. Daar was ik in juli aan het begin van onze tocht al even langsgegaan toen ik met de trein onderweg was naar Griekenland, voordat we aan onze reis begonnen. Het was heel leuk weer even met ons tweeën te zijn.

Bezoek van Franziska aan de Bodensee

Ondertussen kreeg ik van de uitgever de foto’s van de pallets en de dozen met boeken die waren aangekomen van de drukkerij. Enkele kranten die een exemplaar hadden opgevraagd, hebben ze nu in hun handen. Maar ik moest nog drie weken wachten voordat ik het boek kon pakken dat ik zelf geschreven had. En dat was een heel raar idee. Erg veel tijd om daarbij stil te staan, was er niet. Tussen het fietsen door moest er een tour door Nederland op poten gezet worden.

Dozen met boeken

De benen hadden inmiddels na enkele dagen genoeg rust gehad, en ik was weer helemaal klaar om op de fiets te stappen. We reden het Zwarte Woud binnen. Na een week lang rondfietsen in het teletubbie-achtige landschap van Beieren vond ik dat een fijne afwisseling. We eindigden bij een veld middenin de heuvels achter een snackbarretje. Om acht uur vertrok de beheerder en stonden Amma en ik helemaal alleen tussen de dennen, de velden en de rotsen. Het deed de rotcampings waarop we gestaan hadden, helemaal vergeten.

Een mooie kampeerplek in Duitsland

De volgende dag reden we door de regen naar de oorsprong van de Donau. Vanaf de Servisch-Kroatische grens hadden we anderhalve maand langs de rivier gefietst. Soms was die enkele dagen uit het zicht verdwenen, maar steeds kwam hij weer terug. Dit keer namen we er definitief afscheid van. Het was ook een afscheid van Midden-Europa. Nu kwamen we echt in Noordwest Europa. Het was nog minder dan 1000 kilometer rijden naar Nederland. De tour was gepland, de meeste logeeradressen tijdens de tour in Nederland waren geregeld. Het was nog niet het leven dat ik weer thuis in Zwolle zou oppakken, maar het was toch Nederland. Het kwam nu echt dichtbij.

Oorsprong van de Donau

Even reden we bij Straatsburg voor twee dagen Duitsland uit – en Frankrijk in. Aan het eind van onze tocht door Europa voelde een bezoek aan het Europarlement als een mustdo. Het blikken gebouw stond er verlaten en kil bij in de avondzon: er was geen mens te bekennen behalve een groepje bewakers achter een groot, stalen hek. Het onpersoonlijke gebouw was de perfecte afspiegeling van de onpersoonlijkheid van de Europese regering. We lieten ons door een van de bewakers op de foto zetten en reden verder Frankrijk in. Het voelde als een reünie, met het land waar onze fietsreis echt begonnen was. Zeven jaar nadat we Frankrijk verlaten hadden, was het fijn het land weer terug te zien. Ik vond het heerlijk weer even in een land te zijn waar de huizen niet superstrak gepleisterd zijn, en waar je af en toe om de scheuren in het asfalt heen moet rijden.

Europarlement Straatsburg

Na 120 km fietsen waren Amma en ik toe aan een rustdag, vooral mijn knie die ineens begon te protesteren. Hij was rood en pijnlijk. Na een dag helemaal niks doen reden we over een verlaten weg langs het industriegebied verder langs de Saar. We zaten nu op 30 kilometer van Remerschen in Luxemburg, waar ik in 2015 was begonnen aan de tocht met de bakfiets. Ik zie mezelf nog wanhopig de enorm zware fiets de helling op duwen, vloekend op mezelf omdat ik aan dit idiote avontuur was begonnen, terwijl Amma vertikte om te luisteren en naast de fiets te lopen. Inmiddels was er een hoop veranderd. De bakfiets was ingeruild voor een trekking bike, ik reed rond in een nieuw lichaam en Amma was oud en blind, maar liep braaf en trots naast de fiets als het moest. En dat was maar goed ook, want we moesten een loeisteile helling op. Aan het begin van de avond bereikten we een landgoed bij het dorp Losheim, waar we heerlijk de tent voor twee dagen opzetten.

De tour door Nederland was ondertussen helemaal rond. Van 17 juni tot 10 juli zou ik met Amma op de fiets door Nederland rijden. Nu kwamen er berichten binnen met vragen om nog meer presentaties na 10 juli.

Kantoor Camping

Het geeft enorm veel energie, maar ik vind het ook wel spannend. Gaat iedereen het wel leuk vinden, zeg ik niks stoms wat mensen tegen de haren in strijkt? En wat gaat dit nog meer brengen?

Eerst maar even de laatste 270 kilometer naar Nederland fietsen, en daarna de laatste 330 naar Den Haag.